Heden

Net als door de generaties voor ons, wordt er ook nu nog dagelijks vers ijs gemaakt door Monte Pelmo met ambachtelijke machines. En uiteraard onze familie recepten en de heerlijkste ingrediënten. Sinds 2021 hebben wij door toenemende drukte en een moeilijk bereikbare binnenstad onze groothandel, Monte Pelmo Gelatolab, verplaatst naar Almere waar we voor diverse ijssalons, restaurants, ijsventers en horeca groothandels dagelijks vers ijs produceren. Daaronder bevindt zich ook Angela's nicht Sheila die haar eigen ijssalon op het Beukenplein in Amsterdam Oost heeft. 

Op de lokatie in de Jordaan wordt dagelijks vers ijs bereid voor de Monte Pelmo ijswinkel die daar gevestigd is en zich sinds 2021 in een nieuw jasje heeft gehesen en daar bovendien nu meer verkoopt dan alleen een bolletje ijs. Peter, Angela's man en dochter Rozan zijn daar dagelijks te vinden om u te voorzien van al het heerlijks. 

Angela zal afwisselend te vinden zijn in de ijswinkel in Amsterdam en het Gelatolab in Almere.
In het Gelatolab werkt ze een aantal dagen per week samen met Jordy en Dennis die al sinds hun jonge jaren werkzaam zijn bij Monte Pelmo en daar de dagelijkse leiding op zich nemen. 

Samen met haar familie en Jordy en Dennis, bedenkt Angela tijdens de wintermaanden nieuwe smaken voor het aanstaande seizoen om de ijsliefhebbers weer iets nieuws te kunnen bieden!
Zo wordt er dus steeds met veel plezier aan de lekkerste ijscreaties gewerkt en verschijnen er regelmatig nieuwe smaken aan de horizon.

Historie

Monte Pelmo is een ambachtelijke Italiaans ijsfabriek midden in de Jordaan Amsterdam.
In 1957 is het eigenlijk begonnen in een snackbar aan de 2e Laurierdwarsstraat waar Riek en Chris Cornelisse (foto) speciaal voor de Italiaanse gastarbeiders spaghetti kookten. Aangezien Riek tijdens en vlak na de oorlog in een Italiaanse ijssalon werkte, was de stap naar de productie van Italiaans ijs niet zo groot meer.

De zus van Riek was getrouwd met een Italiaan en toen duidelijk werd dat de vraag naar Italiaans ijs groot was, werd bij een collega Italiaan de eerste ijsmachine gekocht onder beding dat hij dan wel een recept meeleverde. Hiermee ging de familie Cornelisse aan de slag. Na een jaartje experimenteren werd bij de horeca bekend, dat er kwaliteit gemaakt werd daar in die snackbar in de Jordaan. Dus kwamen er aanvragen van o.a. ijsventers om voor hen ijs te maken.
Vader Chris stond dan ook ’s morgens vroeg ruw ijs te hakken voor de koeling van deze ijskarretjes.

In een houten ton werd, rondom een tinnen binnenbus, gevuld met ijs, ruw ijs met pekelzout aangebracht. Daarmee bleef het ijs ongeveer 4 à 5 uur koud. Het ijs moest dan wel snel verkocht worden. Het gebeurde daarom ook wel eens, dat het ijs naar zout smaakte, als een ijsventer door een kuil gereden had of als zo’n ijsbus lek raakte.
Al snel werd in de familie duidelijk dat met schepijs in de zomer leuk verdiend kon worden.